Een bescheiden, maar betrokken medewerker van Beeldende Kunst & Openbare Ruimte (BKOR) is Nienke Post. Ze is officemanager, collectiebeheerder en vraagbaak, verantwoordelijk voor het archief en de BKOR-website en op de hoogte van alle in Rotterdam geplaatste kunstwerken die je op een stadswandeling kunt tegenkomen. Ondanks haar artistieke opleiding beschouwt zij zichzelf niet als kunstenaar. Maar Post is al ruim tien jaar als hardwerkende, dienstbare kracht een onmisbare schakel in de kunst in de openbare ruimte. Ze houdt van de verborgen pareltjes in de stad en is er zelf ook één. ‘Juist de werken waarvan je niet zo snel zou zeggen dat het kunst met een grote K is, daar gaat mijn hart naar uit.’
In gesprek met Nienke Post
Tekst: Annemiek van Grondel
Ook al groeide zij niet op in de havenstad, ze past er naadloos in. Want Nienke Post neemt geen blad voor de mond en draagt het hart op de tong. Zo laat ze meermaals merken dat ze weinig opheeft met het geven van interviews. En dat is geen valse bescheidenheid: ze vindt het idee om haar werkzaamheden in de schijnwerpers te zetten enigszins overdreven en niet ter zake doend. Laat haar nu maar gewoon rustig achter de schermen productief zijn. Akkoord. Een niet al te uitputtend overzicht van leven en werk van Post dan, als compromis.
Wie is deze uitgesproken, gedecideerde maar enigszins in de luwte werkende dame?
In het Havenziekenhuis zag zij in de donkere decembermaand van 1978 het licht. Het meisje had een rustige jeugd in Krimpen aan den Lek, totdat zij proefde van het roerige leven op het Comenius College in Capelle aan den IJssel. Ze omschrijft zichzelf in die dagen als kunstminnende ‘alto’ tussen de scooter rijdende en pillenslikkende gabbers. ‘Ik was niet zozeer dorps, als wel Rotterdams georiënteerd’, vertelt Post, die graag het culturele stadsleven mocht opsnuiven in haar vrije tijd.
Omdat ze tekenen een leuk vak vond, besloot zij zich na het vwo in te schrijven voor de Willem de Kooning Academie, al had ze in die richting geen overdreven brandende ambities. ‘Ik wist niet goed wat te doen en hing meer rond in de Rotterdamse alternatieve muziekscene’, vertelt Post. ‘Mijn vrienden zaten in bands en we gingen veel uit, vooral naar concerten in De Vlerk en Waterfront. Voor autonoom kunstenaar was ik niet in de wieg gelegd, al vond ik kunst- en cultuurgeschiedenis interessant. In de vierde klas van de kunstacademie mocht je een semester op uitwisseling. Met twee klasgenoten ging ik naar het Harrington Institute of Interior Design in Chicago. Eén groot avontuur! We verbleven in de Three Arts Club, een bekend gebouw in de stad voor vrouwen werkzaam in muziek, schilderen en theater, vandaar “Three Arts”, en leerden elkaar en de stad goed kennen.’
Het toeval wilde dat ze één week voor de beruchte aanslagen in New York in Amerika arriveerde. ‘Onze eerste schooldag wás op 9/11’, vertelt Post. ‘Ik herinner me dat een conciërge in onze klas het bericht bracht van de ramp. Het vierde vliegtuig was toen van de radar en men veronderstelde dat de Sears Tower in Chicago de mogelijke bestemming was. Iedereen moest terug naar huis en lopend door de stad zagen we op een tv-toestel in het sportcafé de torens instorten. Daarna zijn we snel naar huis gerend.’
Shop Around
Eenmaal terug in Nederland liep Post stage op de interieurafdeling van EGM Architecten in Dordrecht, een groot bureau voor tekenaars en bouwkundigen, maar ze voelde zich er niet thuis. ‘Te massaal en stijf’, zegt ze. ‘Ik kwam tot de conclusie dat binnenhuisarchitectuur en -ontwerp niet bij me pasten.’
Licht- en kleurgebruik in filmdecors was het meer avontuurlijke thema van haar afstudeerontwerp. ‘In maffiafilms als The Godfather en Goodfellas wordt bijvoorbeeld veel gebruikgemaakt van de kleur rood, als symbool van gevaar’, verklaart ze. Minder spanning bood haar zoektocht naar werk, na haar eindexamen in 2003. Uitdagende banen in de kunsthoek lagen niet voor het oprapen, zo bleek. Na een paar maanden assisteren bij een internetbedrijf en een bureau voor locatiescouting kwam ze in 2005, via een vriend uit de muziekscene, terecht bij Shop Around, een commercieel creatief bureau dat zich bezighield met illustratie, animatie en grafisch ontwerp. Als projectmanager was ze een spin in het web tussen de vaste medewerkers, freelancers en opdrachtgevers. ‘In de loop der tijd kregen we steeds meer opdrachten voor muurdesign en bestickering, zoals prints maken op panelen, muren of vloeren van scholen of universiteiten. Maar het was een zeer drukke baan, die zeer veel van me eiste. Ik ging steeds maar door en raakte in 2009 uiteindelijk overspannen’, zegt Post, die na haar herstel nog enkele maanden in deze functie werkte, maar uiteindelijk besloot de handdoek in de ring te gooien. ‘Ik liep tegen een lat aan. Niet omdat het werk te commercieel was, maar de constante deadlines en al het gedoe braken me op.’
Graven in het archief
Opnieuw rolde ze via-via in een nieuwe baan en ditmaal was het een blijvertje. Bij BKOR, een programma van CBK Rotterdam, voelt Post zich nu alweer ruim tien jaar als een vis in het water. Zij is als collectiebeheerder verantwoordelijk voor het archief en de website bkor.nl. Daarop worden inmiddels meer dan 650 kunstwerken in Rotterdam weergegeven, een aantal dat blijft groeien. Elk werk bevat een algemene tekst, een korte biografie van de kunstenaar en een aantal technische gegevens. Op de plattegrond zijn al die 650 kunstwerken als stippen te zien, zodat wordt weergegeven hoeveel kunst er in Rotterdam te vinden is en op welke locatie je ze kunt bezoeken. Ook houdt Post minutieus alle documentatie en krantenknipsels bij. De website is geëvolueerd tot een database die een schat aan informatie over kunst in de openbare ruimte in zich draagt.
Bij BKOR, een programma van CBK Rotterdam, voelt Post zich nu alweer ruim tien jaar als een vis in het water
‘Ik wist niets over beeldende kunst in de openbare ruimte’, erkent ze. ‘Dat betekende veel research plegen om mijn weg te vinden in het BKOR-archief, dat meer dan duizend kunstwerken bevat. Dat vond ik fascinerend. Ik maak onder meer presentaties aan de hand van onderzoek en beheer de duizenden foto’s uit het archief. Toen ik bij BKOR terechtkwam, was er nog weinig digitaal beeldmateriaal. De oude website had kleine plaatjes en functioneerde niet meer naar behoren. Er was geen goed georganiseerde structuur voor foto’s.’
Haar bij Shop Around opgedane kennis en organisatie-skills kwamen van pas bij het opzetten van een nieuwe database. Want in de loop der jaren ontstond er steeds meer vraag naar beeld en informatie over de stadscollectie. Post: ‘Ook als een kunstwerk geen titel heeft, moeten wij alle specificaties weten te vinden: wie heeft het gemaakt, welk formaat heeft het, wat is het jaar van herkomst, welk materiaal heeft de kunstenaar gebruikt? Dat kan uiteenlopen van een zes meter hoog betonnen werk tot een klein bronzen plastiek en alles daartussenin.’ BKOR wordt vaak benaderd bij herinrichting van de openbare ruimte. ‘Beelden gaan in dat geval tijdelijk naar de opslag van de gemeente’, zegt ze. Met elkaar beslissen wij dan welke nieuwe bestemming zo’n werk krijgt. Dan gaan we een geschikte plek zoeken. Ik draai mee met het overleg en assisteer de projectleiders.’
Het oog van Rotterdam
In de lange tijd dat Post bij BKOR werkt heeft zij talloze kunstwerken onder ogen gehad. Ze mag dan ook graag aan beroepsdeformatie lijden als ze zich tijdens wandelingen in de stad met vrienden of familie opwerpt als professioneel artistiek rondleider. ‘Ik ken natuurlijk alle plekken in de stad waar door ons geplaatste beelden zich bevinden’, zegt ze lachend. ‘Vaak wijs ik het gezelschap daarop en vertel er een kort verhaal bij.’
Juist de werken waarvan je niet zo snel zou zeggen dat het kunst met een grote K is, daar gaat mijn hart naar uit. De underdogs van de kunst
Zoals het Maasbeeld van Auke de Vries uit 1982, in de volksmond ook wel ‘De Waslijn’ genoemd, bij de nieuwe Willemsbrug. De kubistische sculptuur, bestaande uit scheepsvaartobjecten als een ring, een doos, een wimpel en een hangende bal, loopt van de brug naar een pijler van de oude Spoorbrug en gaat een interactie aan met de omgeving en de elementen.
In de buurt van het Centraal Station maakt ze haar visite steevast attent op het werk van Louis van Roode aan de westelijke gevel van het oude Stationspostkantoor. Dit titelloze kunstwerk uit 1959, bestaande uit abstracte, decoratieve banen op beton en 22 uitstekende glas-in-beton ramen, belichaamt de toen in zwang zijnde integratie tussen kunst en architectuur. Post: ‘De kleurrijke mozaïeken in de ramen van het veertien verdiepingen tellende gebouw, dat sinds 2019 een Rijksmonument is, worden ’s avonds schitterend verlicht. Helaas wordt er een wolkenkrabber voor gebouwd die het zicht op het werk grotendeels zal ontnemen.’
Een ander werk zonder titel zijn de ‘graffito’s’ van Bouke Ylstra uit 1966, betonpanelen in metrostation Stadhuis aan de kant van het Stadhuisplein. Hierin zijn lijnen uitgespaard, gevuld met zwarte verf op basis van een tweecomponentenlijm. De dynamische, abstracte grafische figuren doen denken aan zowel mens- of robotachtige gestalten als aan industriële apparaten, zoals hijskranen. Post: ‘Ik vind zulke werken mooi omdat het geen duidelijk aanwezige beelden zijn, maar verborgen pareltjes van de stad. Het is bescheiden kunst, maar met absoluut toegevoegde waarde. Juist de werken waarvan je niet zo snel zou zeggen dat het kunst met een grote K is, daar gaat mijn hart naar uit. De underdogs van de kunst.’
Openheid, geen hiërarchie
Dat neemt niet weg dat Post ook kan genieten van duidelijk aanwezige, lichtelijk provocatieve kunstwerken in de openbare ruimte, die de recht-voor-zijn-raapcultuur van de havenstad symboliseren. Zoals de iconen van Kunst en Vaarwerk, een Rotterdams collectief (1979-1992) dat veel kunst in opdracht van het Havenbedrijf en andere ondernemingen maakte. De kunstenaarsgroep van Cor Kraat, Hans Citroen en Willem van Drunen stond bekend om zijn ironische, spraakmakende popart-achtige werken. Zoals de Rode BMW (1987), die uit een gevel in de Poortstraat dendert, waardoor de argeloze voorbijganger het idee krijgt getuige te zijn van een zojuist plaatsgevonden verkeersongeval. Ook noemt Post Guard (2005) op het skatepark op de Westblaak, gemaakt door Hans van Bentem, een kunstenaar met wie zij bij Shop Around ook samenwerkte.
Post houdt van de grote variëteit aan kunst binnen BKOR en vertelt er graag over. Ze vindt het prettig in een klein team te werken, waarin iedereen specifieke taken heeft en geen hiërarchie heerst. Op dit moment werkt ze tijdelijk thuis, vanwege de covid-19-restricties, maar ze merkt dat ze de collega’s en het werk op het bureau mist. Op de vraag of ze nog een toekomstdroom heeft, moet ze lang nadenken. En dan volgt een typisch paradoxaal antwoord à la Post. ‘Ik zie wel: ik ben een open, praktisch en nuchter type’, zegt ze. ‘Ik sta altijd open voor wat op mijn pad komt. Een ongewisse toekomst, waarin alles mogelijk is, vind ik een prettig idee.’