O&O-project
Met het plan om een klassieke auto te reconstrueren volgden de Rotterdamse kunstenaar Melle Smets (1975) en socioloog Joost van Onna (1976) het spoor van afgedankte Westerse auto-onderdelen. Daardoor belandden ze uiteindelijk in Ghana, in de wijk Suame Magazine. In die autowijk wordt het schroot bewerkt en verhandeld door zo’n 200.000 hooggespecialiseerde monteurs in 12.000 informele werkplaatsen. Smets en Onna besloten om dit spoor 180 graden om te draaien: samen met lokale monteurs gingen ze er aan de slag om de eerste auto te produceren die ooit vanuit Suame Magazine werd geëxporteerd naar het Westen. Nadat zelfs de koning van Ghana het met eigen ogen had gezien, was het de Ghanese media duidelijk: deze weldoeners gaan Ghana een auto-industrie bezorgen.
In 2012 en in 2015 ontving Melle Smets voor onderdelen van dit project bijdragen in het kader van de O&O-regeling. Monica Verhoek interviewde hem hierover.
Afgedankte auto’s gaan naar Afrika, maar wat gebeurt er als je tegen de stroom inwerkt? Als je een auto van Ghana terugbrengt naar het Westen. Beeldend kunstenaar Melle Smets bouwde een auto in Ghana en nam hem mee naar Nederland.
Detroit
Jaren geleden wandelde Melle Smets door Detroit. Het schoolvoorbeeld van een miljoenenstad die opkwam en ten onder ging met maar één soort bedrijvigheid; de auto-industrie. In de jaren’50 was het de thuishaven van Ford, Chrysler en General Motors en was Detroit, Amerika’s vierde stad. Door de crisis en door toenemende concurrentie van Japanse auto’s ging de stad ten onder en veranderde in een spookstad. Melle Smets: “Ik liep daar door de straten en dacht: de auto-industrie die hier ooit floreerde is ongeveer even oud als die van Suame Magazine in de Ghanese stad Kumasi. Een stad die bijna helemaal leeft van oude afgedankte auto’s uit het westen. Er werken ongeveer 200.000 mensen in 12.000 werkplaatsen. Het leken communicerende vaten. Die gedachte liet mij niet meer los. Ghana: een totaal andere biotoop dan de voormalige Fordstad. Wat kan ik hier van leren en begrijpen? Waarom produceren de mensen daar zelf geen auto’s? Kan ik dit in een project laten zien?”
Langzaam maar sterk
Samen met onderzoeker Joost van Onna ontstond de gedachte om met de mensen daar een auto te bouwen en met die auto naar het westen, lees: Nederland, terug te rijden. Smets: “Ik ging op zoek naar fondsen en uiteindelijk kreeg ik onder andere van CBK Rotterdam een O&O-bijdrage om het project uit te voeren. Eenmaal daar werkten we samen met lokale monteurs, studenten van de Rietveld Academie en de technische universiteit van Kumasi. We ontwierpen een auto gemaakt van onderdelen van oude auto’s met zowel voor als achter en een laadruimte en noemde hem: Turtle 1. Een schildpad staat in de Ghanese cultuur voor ouderdom en kracht en daar komt bij dat de auto niet harder kan dan 80 km per uur. Langzaam maar sterk net als een schildpad. We lieten hem overvaren naar Nederland en hebben daar zelfs met de auto op een autobeurs gestaan. Daar stond ons autootje, gemaakt van onderdelen van oude auto’s, in schril contrast met de glimmende peperdure bolides die daar stonden. Er waren ook monteurs uit Afrika – die hadden meegewerkt aan de bouw van de auto – bij onze stand aanwezig. Ze waren trots, dat was mooi.”
De wereld bevragen
Kritiek was er ook: er was de Afrikanen die aan het project meewerkten voorgehouden dat het de eerste auto was van een hele reeks auto’s. Misschien wel het begin van een nieuwe Afrikaanse auto-industrie, zo ging het gerucht de ronde. Wat dacht Melle Smets wel.
Smets: “Daar is nooit sprake van geweest. Ik ben geen activist of weldoener; het is een kunstproject en geen ontwikkelingsproject en ik heb aan dit project nooit geld willen verdienen. Ik wil de wereld bevragen. Het is interessant om maatschappelijke systemen te kantelen door ze om te draaien. Detroit een stad waar de auto-industrie is uitgetrokken en Suame Magazine in Ghana waar de automarkt op een totaal andere manier zijn werk doet. Een wereld met paralellen, maar met verschillende systemen. We leven in een systeemsamenleving, daar heb ik niets op tegen, maar ik kan gebiologeerd zijn door de logica van een systeem. In Nederland gaan we daar ver in. Bomen in mijn stad Rotterdam zijn allemaal genummerd, hebben allemaal een cv en sommigen zelfs een strafblad. Er is dan bijvoorbeeld een tak op een auto gevallen en dat wordt meteen geregistreerd. Dit alles om een voorspelbaarheid te creëren. Het heeft voordelen: het is efficiënt en veilig. Maar ik wil ook kijken naar een andere waarden: het is vaak overdreven georganiseerd en daardoor is de zelfredzaamheid ver te zoeken. Als je geen risico’s neemt, wat kun je dan nog ontdekken? Hoe gaan we met systemen verder? Hoe bouwen we er een cultuur mee op? Dat is in Afrika weer heel anders dan in het westen. Dat is ook voor ons een leerproces. Als je naar de Nederlandse universiteiten kijkt zie je dat alle risico’s zijn weggenomen. Universiteiten zijn leerfabrieken. Er wordt zo efficiënt mogelijk bepaald in hoeveel jaren je punten moet hebben gehaald. Het is een fokprogramma voor kennisontwikkeling. Maar zijn we niet bezig het ras ziek te maken? Hoe kom je op de ongebaande paden als je alles in hapklare brokken voor je krijgt en alle risico’s mijdt? Missen we niet iets?
Samen met Universiteit Utrecht hebben we het Departement of Search opgericht. Hier geven we kunstenaars de gelegenheid om open vragen te stellen aan de universitaire zoekmachine. We maken gebruik van de kennis en zoekkracht van wetenschappers en studenten. Als tegenprestatie werken we mee aan de strategische thema’s waar de universiteit Utrecht aan werkt, een duurzame toekomst voor de hele wereld. Wij brengen die grote abstracte thema’s naar de campus door de plek zelf tot test site te bombarderen. Op 11 oktober richten we een handgemaakte schuur op midden in het Science Park waar kunstenaars hun prototypen maken en tentoonstellen.
Kunstenaars zijn niet op zoek naar oplossingen, zoals wetenschappers. Het idee om een auto te maken van oude materialen is misschien niet nieuw, maar om het in Afrika te doen juist daar waar het westen zijn auto’s dumpt, triggerde mij enorm. Het lost niets op, maar door het te kantelen, geeft het een andere kijk op de werkelijkheid. Ook met het Departement of Search proberen we te zoeken, open vragen te stellen. Ik wil blijven zoeken naar een wereld met nieuwe contexten, waar onzichtbare muren zichtbaar worden en waarbij we risico’s niet uit de weg gaan.”