Van wisselspoor naar Rotterdamse biervaten I Aan het woord – Ove Lucas

Om het nou een van mijn favoriete kunstwerken in de Rotterdamse openbare ruimte te noemen, gaat wel wat ver, maar op de een of andere wijze ben ik al sinds 2015 een enorme fan van De handwissel op de hoek van de Laan op Zuid en de Brede Hilledijk. Op 20 november van dat jaar was ik aanwezig bij de onthulling ervan en het raakte me. Vooral omdat betrokken burgers iets van de essentie van het oorspronkelijke ruige Rotterdam op Zuid wilden bewaren, gewoon samen in actie komen en op een toplocatie een ‘raar ding’ neerzetten – zo eenvoudig als een vooroorlogse handwissel. Dat noemen we, wanneer het zo uitkomt, overigens graag typisch Rotterdams.

Trekpaard
In het najaar van 2023 wordt het Rotterdamse trekpaard (1988) van Gérard Héman in het Nassaupark op Feijenoord geplaatst. Of liever: herplaatst, vanaf de huidige locatie De Steenplaat. Over de achtergronden van Héman, het beeld en hun geschiedenis zijn elders in deze publicatie artikelen opgenomen, die de boog van toen naar nu verklaren en verdiepen. Toch kan ik het niet laten om ook hier iets over hem en zijn werk te zeggen, want deze herplaatsing is namelijk opmerkelijk en op een bepaalde manier doet het me een beetje denken aan De handwissel.

De eerste keer dat ik me verdiepte in het werk van de kunstenaar Héman was in 2013. Hans Rombouts schreef toen voor het Rotterdams Jaarboekje van de historische vereniging Roterodamum een uitgebreid en meeslepend artikel over Héman. Zijn naam hoorde ik echter eerder via de kunstenaar Kamiel Verschuren die in de beeldentuin De schouwplaats (2012) in het Zuiderpark diverse beelden en ornamenten verzamelde. Daaronder ook werk dat Héman in de jaren 1950 maakte voor de voormalige Schouwburg aan het Zuidplein, maar dat in de ‘beeldenstorm’ van de jaren 1970 werd geofferd. De schouwplaats is echt een bijzondere plek. Verschuren laat daar zijn gevoel voor ornamentiek, geschiedenis en monumentaliteit zien – de beeldentuin ligt in een verre hoek van het Zuiderpark, maar verdient wat mij betreft veel meer aandacht en liefde. Zo zijn er overigens diverse plekken op Zuid waar pareltjes schitteren zonder dat veel mensen er aandacht aan besteden.

Terug naar Rombouts. Hij maakte mij er in 2013 door zijn artikel van bewust dat ik Héman al op een andere manier in mijn hart had gesloten. Begin jaren 1980 had ik een collega bij mijn eerste serieuze werkgever, met wie ik een vriendschappelijke band onderhield. Zij kwam uit Limburg en omarmde de oecumenische ontwikkeling van de katholieke kerk. Ik ben de beroerdste niet en zo belandden wij tijdens een Kerstmis in de Citykerk Het Steiger Sint Dominicus. Op mijn nieuwsgierige wandeling door het gebouw gedurende een pauze zag ik De Rotterdamse Madonna (1960) – van Héman. Maar die naam zou ik dus pas jaren later horen.

Op Zuid
Kunst op Zuid. Deze drie woorden zijn de laatste jaren van betekenis veranderd. Of moet ik zeggen, hebben aan betekenis gewonnen? De vraag aan mij was om voor deze publicatie iets te schrijven over beeldende kunst in de openbare ruimte op Zuid. Zeker, wanneer je op de plattegrond van Rotterdamse beelden kijkt, is er een groot onderscheid tussen de ‘beeldendichtheid’ in vergelijking tot het centrum boven de rivier. Toch zijn er in het zuidelijke deel van Rotterdam ook zeer belangrijke en betekenisvolle beelden geplaatst, ik zei het al eerder.

Op Zuid. Het zal rond 1985 geweest zijn. Edwin en Hanneke waren mijn beste vrienden. Ze woonden op Rijnhaven Zuidzijde. Wat een pokkenend weg was dat, vanuit ‘de stad’. Ja, zo spraken we toen over Rotterdam, sommigen doen dat nog steeds. Katendrecht – dat wij nu niet meer zouden herkennen – was voor Edwin, Hanneke en mij een exotische windhoek. We gingen er na openingen van tentoonstellingen met andere vrienden en veel kunstenaars heen om uitgebreid dim sum te eten bij Wing Wah in de Atjehstraat. Niet met de boot, maar gewoon op de fiets. Daarna weer terug. En Katendrecht was toen écht ver weg.

Onlangs vroeg ik me af wanneer het werkelijk een intentie werd iets te willen betekenen op Zuid? Het kwam bij me op omdat iemand druk bezig was een subsidieaanvraag te schrijven en probeerde voor dat begrip inhoud te zoeken. Het lijkt erop dat het inmiddels een voorwaarde is geworden om enige financiering rond te krijgen. Zomer op Zuid van Rotterdam Festivals, Cultuurcampus op Zuid van de Hogeschool Rotterdam. Ik kan me nog herinneren dat er werkelijk niemand in Zuid was geïnteresseerd. Wie wilde in godsnaam door de Maastunnel? Jarenlang was er geen bewaking en moest je in de avond (laat staan de nacht) vrezen voor nare ontmoetingen. Dat is echt ten goede veranderd, voor fietsers en voetgangers. Wie hijgde over de Erasmusbrug? En vóór 1996 over de Willemsbrug? Hanneke, Edwin en ik bezochten Wing Wah voordat de Kop van Zuid werd ontsloten. We drukten de pedalen over die toen al prachtige rode overspanning van de Nieuwe Maas. En natuurlijk keken we altijd ademloos naar dat monumentale Maasbeeld (1982) van Auke de Vries.

Op een gegeven moment besloot iemand dat het tijd was licht te laten schijnen op kunst aan de zuidkant. Kunstenaars bevolkten daar immers allang diverse gebouwen, werkplaatsen en expositieruimten. Geen idee wanneer dat precies begon, in ieder geval werd in 2002 een atelierroute georganiseerd, de voorloper van mooie manifestaties als Charlois Speciaal en South Explorer. Deze groeiden al snel uit tot geliefde bijeenkomsten waarbij mensen spannende culturele plekken op Zuid konden ontdekken. South Explorer is nog steeds twee keer per een absolute hit op Zuid. Wie zaten daarachter? Kamiel Verschuren, Jannie Hommes, Ivo van den Baar en Nicole Driessen (sorry wanneer ik iemand vergeet) – dat zijn voor mij de mensen die toen lieten zien wat er daar gebeurde, de beweging in gang gezet – belangeloos, vanuit oprechte overtuiging – en dat doorzetten. Zij hebben de wat mij betreft meest avontuurlijke route van Rotterdam op dit moment gerealiseerd. En wat bijzonder is: South Explorer wordt steeds door diverse nieuwe initiatieven aangevuld.

Beelden
In 2013 publiceerde BKOR een plattegrond met monumentale beelden en locaties in Feijenoord. “Centrum Beeldende Kunst Rotterdam plaatst en beheert kunstwerken in de openbare ruimte en bevordert de kennismaking met het openbaar kunstbezit in de stad.”  Helaas is deze plattegrond inmiddels uitverkocht, hetgeen maar laat zien hoe bijzonder de collectie kunst in de openbare ruimte in dit gebied is. Het kan ook aanleiding zijn om te praten over actuele dilemma’s als behoud en beheer van kunstwerken – en wat de betekenis is van beelden in de openbare ruimte van ‘wijken’, anders gezegd: buiten het centrum, daar waar mensen wonen, de open plekken op de plattegrond van Rotterdam die ik eerder noemde. Met de plaatsing van het Rotterdamse trekpaard wordt dit thema weer opgepakt. Volgens mij gaat dat vooral over het begrip ‘betekenis’. En dat begrip staat voor mij dan tegenover het woord ‘manifestatie’. Ik noem drie voorbeelden in de omgeving van het Nassaupark, de plek waar het paard van Gérard Héman een plek krijgt.

In 1999 maakte de kunstenaar Nicolaas Dings een driedelig kunstwerk aan de Nassauhaven: Zwaar weer. Dit werk bestaat uit een vuurtoren, een waakhond en een terrazzo-versiering in het plaveisel. De elementen verwijzen naar de haven als knooppunt van grootse avonturen, kleine belevenissen en als panorama van het leven. De vuurtoren herinnert aan de arbeiders in de scheepvaart, de ‘oliemannetjes’ die hier hun werk verrichten.

In de wellicht emotioneel heftigste periode van corona, begin 2020, onthulde wethouder Cultuur Saïd Kasmi het kunstwerk Arcades & Portalen van de Rotterdamse kunstenaar Michiel Jansen rondom de Rotterdamse Munt aan de Rosestraat. CBK Rotterdam had na de beruchte ‘lockdown’ besloten dat opdrachten voor kunstenaars in de openbare ruimte zeker door moesten gaan – om in ieder geval enige financiële zekerheid aan hen te bieden. De bijzondere omheining van Jansen was een van de eerste daden in dit voornemen. De tuin werd direct daarna in gebruik genomen en was gedurende de coronaperiode een belangrijke plek waar mensen ‘veilig’ konden samenkomen.

Najaar 2021 werd een gedenkteken voor de rapper Helderheid van Lloyd Muskiet en Micha Prinsen onthuld aan het Helderheidplein op Feijenoord – een samenwerking waarbij Joanie Muskiet (de moeder van Helderheid) en BKOR gezamenlijk optrokken om herinnering en duiding in de openbare ruimte te realiseren. De kracht van dit beeld en de totstandkoming ervan is dat de direct betrokkenen en de mensen van BKOR elkaar meenamen in een proces, met als resultaat een monument dat door een belangrijke groep betrokkenen wordt omarmd. Het beeld krijgt vleugels door niet aflatende energie van de initiatiefnemers.

Betekenis
De diverse aanleidingen tot het ontstaan van genoemde voorbeelden van Nicolaas Dings, Michiel Jansen, Lloyd Muskiet en Micha Prinsen ontroeren me enorm. Meer dan de geschiedenis van diverse beelden die nu in het centrum van de stad pronken. In het centrum zijn er altijd wel partijen die kunstenaars tot een kunstwerk weten te verleiden. Uiteraard ontstaan er dan ook goede beelden. Maar volgens mij is het helemaal niet zo raar om te veronderstellen dat voor beelden die in de periferie van de stad worden geplaatst de uitdaging groter is. Het is veel belangrijker dat deze dan werkelijk verbonden zijn met de plek waar ze worden geplaatst, betekenis hebben voor de mensen die daar wonen. Helaas bekruipt me het gevoel dat er steeds minder aanleidingen, mensen en bewegingen zijn die zich willen engageren om dit te realiseren.

Daarom vind ik het zo belangrijk dat een aantal mensen de koppen bij elkaar staken om naar aanleiding van de renovatie van het pand van Van Waning ook het Rotterdamse trekpaard weer onder het publiek te brengen. Het zal waarschijnlijk niemand verbazen wanneer ik zeg dat dit beeld niet de pièce de résistance in het oeuvre van Héman is. Maar de geschiedenis en de betekenis van het beeld rechtvaardigen een plaatsing in het Nassaupark en volgt in de adem van Dings, Jansen, Muskiet en Prinsen. In het prachtige park rondom de villa Van Waning krijgt het paard een definitieve rustweide. Ik hoop dat de nieuwe Feijenoorders in die prachtige woningen, die binnenkort in het park gaan verpozen, dan even terugdenken aan het oude Rotterdam – de geur van hop, de brouwerij van Oranjeboom, de ratelende karren en biervaten, voortgetrokken door stevige Rotterdamse trekpaarden.

Dat De handwissel van Nico Parlevliet en het Rotterdamse trekpaard van Gérard Héman elkaar nu ontmoeten, is in zekere zin toeval. Toen ik aan deze tekst begon, las ik toevallig op Vers Beton een column van Siebe Thissen over de ‘Boijmans Burger Beweging’. Hij riep nadrukkelijk op om meer aandacht te hebben voor Rotterdams erfgoed – en ik vond het zo goed dat hij naast Museum Boijmans Van Beuningen, het Wereldmuseum en Museum Rotterdam ook op de bijzondere collectie beeldende kunst in de openbare ruimte duidde.

Zo bijzonder deze collectie ook is, we laten ‘m met zijn allen langzamerhand een beetje versloffen, echt waar. Lang geleden, in 2000 schreef wethouder Cultuur Hans Kombrink nog dat de in Rotterdam ontwikkelde visie op beeldende kunst in de openbare ruimte naadloos aansluit op de wijkaanpak. In het Coalitieakkoord van 2022 bijvoorbeeld is er daarentegen geen woord te vinden over een stedelijk beleid ten aanzien van beeldende kunst in de openbare ruimte, ondanks dat er diverse pogingen zijn gedaan om een nieuwe percentageregeling te starten of een fonds waardoor diverse activiteiten in de openbare ruimte gemakkelijker kunnen worden gefinancierd. Wanneer Rotterdam de enorme betekenis van zijn bijzondere collectie – zowel in het centrum als in de wijken, zowel lokaal als internationaal – wil continueren, zullen de mouwen weer moeten worden opgestroopt.

Zwaar weer, De handwissel, Arcades & Portalen – prachtige werken met een grote zeggingskracht. Dat hebben we in de voorgaande decennia met elkaar tot stand gebracht. Het Rotterdamse trekpaard sluit zich hierbij aan. Ik verheug me echt daar binnenkort op een bankje te zitten, enkele regels uit Wie die Berge in die Schweiz kamen van Franz Hohler te lezen – en daarna een beetje mijmeren met uitzicht op die knol.

Ove Lucas

Rotterdam, 27/05/2023
Gepubliceerd in het Rotterdamse Trekpaard

Fotograaf portret Ove Lucas: Kamali van Bochove